Skip to main content

Achter de schermen wordt druk gewerkt aan de herbestemming en restauratie van Vincentius in Udenhout. Vincentius is een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. De geschiedenis van de instelling geeft het veranderen in de omgang met mensen met een beperking mooi weer.

Foto Leeuwen, Wies van (Provincie Noord Brabant), collectie BHIC, nr. PNB001068151/BD

 

Negentiende-eeuwse gehandicaptenzorg
De eerste instellingen voor zwakzinnigen in Europa ontstonden in de loop van de negentiende eeuw. Voor die tijd waren er tucht- en werkhuizen voor mensen die gedrag vertoonden dat niet paste binnen de geldende normen. Hieronder vielen naast bijvoorbeeld armen, blinden en mensen met psychiatrische problemen ook verstandelijk gehandicapten.

In de loop van de 19e eeuw ontstond er binnen de gezondheidszorg een differentiatie in groepen en kwamen er aparte instituten voor verschillende soorten zorgbehoevenden (waaronder verstandelijk beperkten) met gerichte behandelwijzen. De architectuur en opzet van deze eerste instellingen kwamen overeen met die van de psychiatrische instellingen en gevangenissen.

De ‘zwakzinnigen’ werden in de negentiende eeuw lang niet als volwaardige mensen gezien. Ze waren mensen in de marge van de samenleving en werden gezien als zorgobjecten voor wie gezorgd moest worden met minimale mogelijkheden. Oud en jong, licht en zeer ernstig gehandicapten werden op grote schaal bijeengebracht, verbleven doorgaans op grote zalen en werden niet geacht iets te doen. Ouders hadden in het internaat eigenlijk niets te zeggen. De patiënten werden zonder behandelingsprogramma verpleegd. Het accent lag op ‘bewaren’. ’Zwakzinnigen’ werden op deze manier afgezonderd van de samenleving. De internaten lagen vaak in een landelijke omgeving, waardoor wel contact met de natuur en werken in de natuur mogelijk was.

In de twintigste eeuw veranderde deze opvattingen geleidelijk. Er werd steeds meer geloofd dat mensen met een verstandelijke beperking ook ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Daarom werden er allerlei opvoedingsmethodes ontwikkeld om ‘de zintuigen van de idioot te trainen’ en zo ‘de idioot te vormen tot een maatschappelijk nuttig mens’. Zo ook in Vincentius.

Vincentius
Het voormalige katholieke gesticht Vincentius is één van de twee instellingen voor de zorg van verstandelijk beperkte kinderen die aan het begin van de 20e eeuw is verrezen in het Brabantse Udenhout. Het eerste gesticht, Assisië, werd gebouwd in 1907 voor verstandelijk beperkte jongens. Vincentius, het tweede gesticht, werd opgericht in 1927 voor de opvang van verstandelijk beperkte meisjes. De zusters wilden dat Vincentius een schoolinternaat werd en namen kinderen aan die in hun ogen tot leren in staat waren.

Arnhemsche courant, 31-05-1930

Het gebouw
Het gebouw moest onderdak bieden aan ca. 200 tot 300 leerlingen en tussen de 50 en 60 zusters. Het grondplan van Vincentius is op de groei ontworpen: er is gekozen voor een bouwtype die het midden hield tussen een paviljoensysteem en aaneengesloten bouw. Het hoofdgebouw waar de zusters zouden komen te wonen, moest aan beide kanten aangevuld worden met paviljoens. Zo zou een langgerekt, trapsgewijs opgebouwd front ontstaan. De gebouwen werden door middel van een gang aan elkaar verbonden. Het complex was voor zijn tijd erg vernieuwend. Het interieur van Vincentius is bewust (voor de tijd) eenvoudig uitgevoerd. Dit was zowel een principiële als een financiële keuze: een te luxe afwerking zou er voor zorgen dat de kinderen zouden wennen aan een hoge levensstijl.

Foto Leeuwen, Wies van (Provincie Noord Brabant), collectie BHIC, nr. PNB001068148

Zorg in Vincentius

De zusters wilden in Vincentius kinderen door middel van buitengewoon onderwijs op een hoger niveau brengen. Ze dachten dat de kinderen zonder de juiste schoolvorming een last en gevaar konden worden voor zichzelf, hun familie en de maatschappij. De instelling was dus vooral een schoolinternaat en profileerde zich nadrukkelijk als een instelling voor kinderen die met meer zorg het lager onderwijs konden genieten. Het was dus geen ‘idiotengesticht’ zoals Huize Assisi.

Foto afkomstig uit de tentoonstelling uit het hoofdgebouw in Vincentius

Vincentius als school voor buitengewoon onderwijs had een vernieuwende en innoverende aanpak en kreeg hierdoor al snel een goede naam binnen en buiten Nederland. De kinderen die werden toegelaten, moesten hierdoor aan bepaalde eisen voldoen: ze moesten opvoedbaar en tot leren in staat zijn. Het gemiddelde niveau van de kinderen in Vincentius was hierdoor relatief hoog in vergelijking met andere instellingen voor verstandelijk gehandicapten. Door het hogere niveau van de kinderen konden ze beter ingepast worden in de maatschappij. Dit niveau was ook van invloed op de activiteiten die er plaats vonden. De zusters maakten hun eigen lesmateriaal om het aan te laten sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen.

foto afkomstig uit de tentoonstelling uit het hoofdgebouw in Vincentius

De meisjes en (in mindere mate) jongens kwamen uit het hele land. De ouders van de leerlingen betaalden jaarlijks kostgeld en leergeld. Dit bedrag kwam in 1929 uit op 400 gulden per leerling en later op 500 gulden. Lang niet alle ouders van kinderen met een beperking konden dit opbrengen. Sommigen van hen kregen een aanvulling op het leergeld vanuit de gemeente of de provincie waar de leerling vandaan kwam. Dit relatief hoge bedrag zorgde er voor dat er vooral veel leerlingen uit de beter gesitueerden gezinnen en de deftige stand naar Vincentius kwamen.

Vincentius was in deze beginperiode een gesloten inrichting waar weinig tot geen contact was met de buitenwereld. De leerlingen kregen ‘s morgens onderwijs en ‘s middags handwerken en huishoudonderwijs. Ook was er een weefafdeling en konden ze werken in de tuin of op het veld.

Foto afkomstig uit de tentoonstelling uit het hoofdgebouw in Vincentius

Veranderingen in de zorg
Na WOII werd de heersende opvatting dat mensen met een beperking recht hebben op een normaal leven. Kinderen met een verstandelijke beperking werden voortaan alleen in het uiterste geval uit huis geplaatst. Er ontstonden verschillende gespecialiseerde voorzieningen als dagverblijven, sociale werkplaatsen en gezinsvervangende tehuizen. Inmiddels worden verstandelijk gehandicapten gezien als volwaardige burgers die vanwege hun beperkingen speciaal op hen toegespitste ondersteuning nodig hebben.

Foto BOEi, Jan van Dalen

Het schoolinternaat Huize Vincentius veranderde gedurende de tweede helft twintigste eeuw in een moderne zorginstelling. Na WOII werd het terrein uitgebreid: er kwamen nieuwe paviljoens op het achterterrein, een zwembad en groepswoningen. De indeling en de afwerking van het interieur is met regelmaat vernieuwd en aangepast om te voldoen aan de eisen van de tijd. Zo zijn in de jaren ‘80 balkons toegevoegd in de voorgevel op de begane grond en is het gebouw in 1987 gerenoveerd. In de loop van de tijd werden de paviljoens steeds minder gebruikt, omdat de andere gebouwen op het terrein beter voldeden aan de moderne eisen van de zorg. Ook de zorg zelf veranderde:

  • Er kwam zorg op maat
  • De ouders werden meer betrokken bij de zorg
  • Er kwam dagbesteding i.p.v. lessen
  • Nieuwe deskundigen: psychologen, orthopedagogen, maatschappelijk werkers;
  • Meer aandacht voor het individu en privacy: leefgroepen werden kleiner. Iedere bewoonster kreeg een eigen kamer, er kwam een gemeenschappelijke woonkamer, een keukentje, badgelegenheid en kleine ruimte voor de verzorgenden;
  • Zusters werden vervangen door leken (de laatste zuster vertrok in 1981), sinds 1993 is Vincentius geheel een lekeninstituut.
  • Leerlingen kunnen na de schoolgaande leeftijd in de instelling blijven wonen;
  • Ook kinderen met ernstigere vormen van verstandelijke handicap en jongens worden opgenomen;
  • De geslotenheid nam af. Patiënten werden ook geplaatst in woningen in het dorp

—–

Dit BOEi Blog is geschreven door Kim Heuvelmans

Bronnen:

  • Beltman, Henk. Buigen of barsten? Hoofdstukken uit de geschiedenis van de zorg aan mensen met een verstandelijke handicap in Nederland 1945-2000. Groningen, april 2001.
  • Stichting Heemcentrum ’t Schoor. 70 jaar Vincentius, van Schoolinternaat tot Centrum voor Zorg en Dienstverlening, Tilburg, 1995.
  • Woittiez, Isolde en Frans Crone (red.). Zorg voor verstandelijk gehandicapten, ontwikkelingen in de vraag. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag, augustus 2005.